De mysterieuze schilderingen en objecten van Kasper Bosmans zijn vaak grafisch en verleidelijk, in sierlijke, heldere lijnen geschilderd of vormgegeven. Hun symbolische beeldtaal doet denken aan oude familiewapens, geïllustreerde boeken of digitale logo’s. Inhoudelijk combineren Kaspers werken verschillende verhalen en geschiedenissen, die samen met de zeggingskracht van de objecten zelf een nieuw verhaal construeren. Daarin is altijd aandacht voor een queer-perspectief: bijvoorbeeld in Kaspers project geïnspireerd op de excentrieke keizer van het Roomse Rijk Rudolf de Tweede, of in de werken die hij maakte over de botersmokkel tussen Nederland in België in de jaren ‘60 en ‘70, waarin de boter in Kaspers lezing glijmiddel werd voor opgewonden rondsluipende smokkelaars.
Podcast Kunst is Lang
Het werk van Carel Lanters strekt zich al ruim veertig uit over verschillende media: sinds hij voor zijn afstuderen in 1981 de vorm van boomtakken in klei ving om er hoorns van te maken, maakt hij regelmatig objecten die op het grensvlak van instrument en sculptuur zitten. Carel doet daarnaast performances met een Ierse bagpipe, leerde zelf brons en aluminium te gieten, ontwierp hekken en bankjes voor de openbare ruimte, experimenteert met pinhole-fotografie, en laat zich waar dan ook inspireren door verhalen van andere mensen - omdat elke nieuwe ervaring waardevol kan zijn.
Kunst is Lang is op vakantie tot en met 4 september. In de tussentijd hoor je De Zomer is Lang: afleveringen uit het archief die wij als redactie bijzonder vinden.
Hoofdredacteur Laure van den Hout koos voor deze aflevering met Juha van ‘t Zelfde, uit april van dit jaar. Juha werkt als DJ, docent, filmmaker en organisator met het idee van collectieve creativiteit. Bijvoorbeeld in het ontwerpen van clubavonden waarin iedereen volledig zichzelf kan zijn en bijdraagt aan een open sfeer, in workshops die draaien om de vraag hoe je de clubscene klimaatrechtvaardig kunt laten opereren, maar net zo makkelijk in een collage-documentaire waarin langere historische lijnen van collectieve creativiteit worden aangewezen: van zwarte jazzmusici in het Amsterdam van de jaren ‘20 uit de vorige eeuw, via ideeën en daden van de Dada beweging, CoBrA, en Provo’s, tot het ontstaan van een iconische vrijplaats als de Amsterdamse discotheek RoXY.
Kunst is Lang is op vakantie tot en met 4 september. In de tussentijd hoor je De Zomer is Lang: afleveringen uit het archief die wij als redactie bijzonder vinden.
Hoofdredacteur Laure van den Hout koos voor deze aflevering met Bart Lunenburg, uit november 2022. Barts maakproces begint bij architectuur: hoe is de tekentafelvisie van een architect in de praktijk beïnvloed door de gebruikers van een gebouw, of hoe hebben epidemische ziektes invloed op hoe we een gebouw inrichten? Na een periode van onderzoek ontstaat er vervolgens een werk, vaak in de vorm van een maquette of een aantrekkelijk ogende ruimtelijke installatie, die laat zien dat zelfs de kleinste architectonische details verbonden zijn met grote menselijke thema’s en nooit alleen maar over een gebouw gaan.
Kunst is Lang is op vakantie tot en met 4 september. In de tussentijd hoor je De Zomer is Lang: afleveringen uit het archief die wij als redactie bijzonder vinden.
Hoofdredacteur Laure van den Hout koos voor deze aflevering met Willem de Haan, uit december 2022. Willem staat bekend om zijn interventies in de openbare ruimte, waarvoor hij door het plaatsen van objecten de situatie subtiel ontregelt - denk aan de ingang van een fictief metro-station in een weiland, of een rijtje arrbo-verantwoorde deuren van een nooduitgang naast elkaar, in een statige kathedraal.
Kunst is Lang is op vakantie tot en met 4 september. In de tussentijd hoor je De Zomer is Lang: afleveringen uit het archief die wij als redactie bijzonder vinden.
Redacteur Maurits de Bruijn koos voor deze aflevering met Ruben Mols. Terwijl de digitale ontwikkelingen op het gebied van AI en de metaverse elkaar in razend tempo opvolgen, richt hij zijn blik liever op de fysieke objecten waarmee nieuwe technologie in de jaren '90 gepaard ging, zoals de floppy disk of de Tamagotchi.
Kunst is Lang is op vakantie tot en met 4 september. In de tussentijd hoor je De Zomer is Lang: afleveringen uit het archief die wij als redactie bijzonder vinden.
Redacteur Maurits de Bruijn zet graag deze aflevering met Anna de Vriend nog eens in de schijnwerpers, waarin ze praat over hoe we als mens dieren tot een product hebben gemaakt, en hoe ze zichzelf probeert los te weken van alle mechanismen die daarbij horen.
Kunst is Lang is op vakantie tot en met 4 september. In de tussentijd hoor je De Zomer is Lang: afleveringen uit het archief die wij als redactie bijzonder vinden.
Redacteur Maurits de Bruijn koos voor deze aflevering met Stijn ter Braak, uit november 2023. Stijn bouwt, met behulp van afvalproducten, objecten na uit zijn directe omgeving: van een printer of een afgekloven appel tot een complete douche met bijbehorende spin - allemaal op ware grootte.
Kunst is Lang is op vakantie tot en met 4 september. In de tussentijd hoor je De Zomer is Lang: afleveringen uit het archief die wij als redactie bijzonder vinden.
En deze aflevering met Razia Barsatie is dat zeker. Luuk sprak haar in augustus 2022, over hoe ze met haar werk een wereld schept waarin onderwerpen bespreekbaar worden die als taboe gelden binnen een strenge Hindoestaans-Surinaamse opvoeding. Ze doet dit op poëtische en subtiele wijze, in haar tekeningen, videowerk en beelden, en met semi-transparante lagen of sterk geurende kruiden. Het levert indrukwekkend werk op, dat zowel krachtig als gevoelig is.
Kunst is Lang is op vakantie tot en met 4 september. In de tussentijd hoor je De Zomer is Lang: afleveringen uit het archief die wij als redactie bijzonder vinden.
Dit keer hoor je het gesprek met Mirre Yayla Séur, uit september 2023. Van die uitzending is bij Luuk een specifiek beeld blijven hangen: dat van Mirre die tijdens een performance rondsjouwt met een groot glazen object, waaruit water met daarin door haar gekweekte ijzerbacteriën over de randen klotst. Mirre onderzocht hoe je zorg kunt dragen voor iets dat als vies en glibberig wordt gezien, en welke bezitsrelatie er ontstaat als je iets liefhebt: heb je vooral iets positiefs te geven, of claim je het voor jezelf?
Kunst is Lang is op vakantie tot en met 4 september. In de tussentijd hoor je De Zomer is Lang: afleveringen uit het archief die wij als redactie bijzonder vinden.
Als eerste is dat de aflevering met Jacqueline de Jong, uit november 2019. Jacqueline overleed afgelopen weekend op 85-jarige leeftijd, maar laat een rijk oeuvre achter, bestaande uit video’s, performances en objecten, maar vooral schilderijen: van expressionistische doeken met monsters en grillige kleurvlakken, tot meer figuratief werk dat kenmerken van pop art heeft. Elvis bijvoorbeeld, of schitterende biljartende mannen, en in de laatste jaren maakte ze werken op doek en papier met aardappelen - en ook als object bleken die het goed te doen: de met goud omhulde pommes de Jong uit haar Franse tuin kun je om nek hangen als sieraad.
In de foto’s van Uta Eisenreich zijn objecten geïsoleerd tegen een onopvallende achtergrond, of liggen ze in een rangschikking bij elkaar: een appel bungelend aan een visdraadje tegen een egaal blauwe achtergrond, een geplette voetbal naast een wilde perzik of vijf aubergines netjes boven elkaar, in verschillende lengtes en groottes. De afbeeldingen stralen een sterke logica uit, verwant aan bijvoorbeeld illustratieve foto’s in schriftelijke toetsen, instructies voor goocheltrucs of reclamefotografie uit de jaren ‘80: allemaal domeinen waarin het belangrijk is dat het beeld onmiskenbaar één betekenis uitdrukt. Maar de foto’s van Uta zijn allesbehalve eenduidig, en worden dat nog minder door de de korte teksten waaraan ze gekoppeld zijn. Na een aanvankelijk raadspel, dringen zich al snel fundamentele vragen op over de relatie tussen beeld en taal, en hoe je ergens überhaupt betekenis aan kunt geven.
Sanne Kabalt maakt sferische foto’s, die ze vaak vergezeld laat gaan van andere media. In haar boek Waar winter was worden foto’s afgewisseld met dichtregels. In haar werk over slaapliedjes, die soms frustraties of zelfs agressie van de moeder bevatten, was haar eigen stem te horen, en in haar meest recente project over het smeltende ijs van het Noordpoolgebied zien we geschreven gedachten en videobeelden van de klomp ijs die ze liefkozend in haar handen heeft. We proberen erachter te komen waar de unieke kracht van elk van deze media ligt.
Roland Schimmel is bekend geworden met grote muurschilderingen, waarin je blik vaak als eerste valt op de zwarte cirkels die zijn aangebracht op een lichte achtergrond. Vervolgens verschuift de aandacht naar witte cirkels, omgeven met halo’s in de kleuren waarin licht uiteenvalt, zoals geel, groen, blauw en paars. En dan komt het visuele spektakel in een stroomversnelling: de nabeelden die zich op je netvlies hebben geprent, vermengen zich met de feitelijke schildering, en verschijnen en verdwijnen voor je geestesoog. Vóór dit type werken maakte Roland oranje muurschilderingen, hij heeft tussendoor ook video-animaties gemaakt van pulserende cirkels, en sinds een paar jaar werkt hij met waterverf op papier in plaats van gespoten acryl op grote muren - maar de fascinatie voor het nabeeld is gebleven.
Het werk van Marieke Coppens neemt bij elk project een andere verschijningsvorm aan: de ene keer staat ze als goeroe van haar eigen zevenhoek-vererende-sekte in een installatie waarin je tegen betaling “700% healing guarantee” ontvangt, een andere keer laat ze een meterslang tapijt van twee vechtende paarden borduren. Haar nieuwste werk heeft de vorm van een boek gekregen, met de curieuze titel: niet het uiterlijk voor goede vriendschappen net als de tongen van de honden. Wat Mariekes werken gemeen hebben, is dat ze het element verwarring in zich dragen, en vaak een getalsmatige basis hebben. Haar boek heeft bijvoorbeeld de Fibonacci-reeks als blauwdruk: zoals in die reeks het volgende getal steeds de optelsom is van de twee getallen die ervoor staan, zo sjouwen de personages in Mariekes boek opeenvolgend met elkaars afval, en zijn hun levens verstrengeld.
Anne Wenzel maakt grote keramieken sculpturen en installaties, vaak als onderzoek naar maatschappelijke ontwikkelingen en structuren van macht. Bijvoorbeeld de beeldenreeks House of Fools, die vorig jaar te zien was in Stedelijk Museum Schiedam: afbrokkelende en toegetakelde zwart-gouden beelden van voormalige ‘zeehelden’ als J.P. Coen of Witte de With. Het werk was onderdeel van het project Carte Blanche: Fuck the Dictator, waarvoor Anne de vrije hand kreeg over een deel van het museum en personeel, nadat ze de bokswedstrijd had gewonnen waar de vorige museumdirectrice haar voor had uitgedaagd. Behalve dit bizarre project, installeerde Anne afgelopen jaar ook twee beelden aan de Maas in Rotterdam, die samen een monument vormen voor de 52.000 mannen die in november 1944 tijdens een razzia uit hun huizen werden gehaald.
Voor Josse Pyl is onze omgeving te lezen als één groot web van taal: van letterlijke woorden, maar ook van symbolen, lijnen of klanken. En zelfs gedachten die in het onderbewuste ontstaan, krijgen op een bepaald moment de gedaante van taal. In zijn objecten, tekeningen en installaties zoekt Josse naar de beeldende vorm die je aan dit web van taal zou kunnen geven. Dat resulteert bijvoorbeeld in de installatie Can’t see my tongue. Op grote witte brokstukken van gips zijn reliëfs aangebracht: zwierige letters, een strip-achtig poppetje met een opengesperde mond als hoofd, tanden, iets dat lijkt op een geschreven zin zonder spaties - alles dwarrelt over elkaar heen.
Of een tekeningenreeks, met onder meer het silhouet van een vallend mannetje, met gekleurde leestekens in zijn binnenste, een grote grijnzende tand, letters die uit de lucht lijken te vallen en een geïsoleerde kies waarin weer die aaneengeschreven zin opduikt. De mond en tanden nemen als portaal en producent van de spraak sowieso een prominente plek in in het werk van Josse, bijvoorbeeld als een reeks tanden samen een enorme letter op de muur vormt. Zijn tekeningen, sculpturen en video’s bevinden zich ergens tussen tekst en object - en als ze samen in een ruimte worden geplaatst, ontstaat er een volstrekt eigen grammatica.
Wouter van der Giessen doet interventies in de openbare ruimte, vaak met objecten die je op straat tegenkomt: een zwerm van gele opklapborden, met daarop ‘caution: work in progress’, drie grote parasols die zijn dichtgenaaid zodat ze op tollen lijken, of flexibele speeltoestellen die door het hek van een voortuin kronkelen. Door op te vallen en af te wijken, leggen zijn werken bloot wat de gangbare conventies in de buitenruimte zijn, soms zelfs al voordat ze überhaupt gemaakt zijn: in een digitale schets deed Wouter het voorstel om een zes meter hoge Dixie in een vijver in Zoetermeer te laten plaatsen. Het leverde hem een berg aan verontwaardigde reacties op, die er tegenwoordig bij lijkt te horen als je een kunstwerk in de openbare ruimte wilt plaatsen. Als het aan Wouter ligt maakt hij dat niet meer mee, want na zijn burn-out hoeft de stress van het werken in de openbare ruimte van hem niet meer zo nodig.
Ruben Mols maakt objecten en installaties die gaan over de relatie tussen de fysieke en digitale wereld, met name over de vraag hoe we als mens geconditioneerd worden door technologische apparaten. Zo bestaat recent werk van Ruben uit opslag- en verhuisdozen met afdankertjes uit onze jonge digitale cultuur: een uitvergrote houten Tamagotchi ,of oversized houten floppydisks. Op het werk Umwelt zien we het silhouet van een goudvis in een kom, regel voor regel opgebouwd uit zwarte leestekens tegen een witte achtergrond - zoals de plaatjes online gemaakt werden voordat er gifjes, of zelfs jpegs waren. En in het mysterieuze werk Substrate IV - Thinksystem V1 zien we een sierlijk gebogen metalen frame, met er middenin een rechthoek die doet denken aan de hard plastic zijwand van een computerkast, inclusief voorgevormde montagekruisjes, uitsparingen, luchtgaten en verbindingsstukjes. Hoewel Rubens werken duidelijk verwijzen naar digitale zaken, zijn ze dat zelf allerminst: er is in de verste verte geen beeldscherm te bekennen.
Thijs Ebbe Fokkens maakt grote installaties, die qua uitstraling passen bij domeinen waar de mens grip zoekt op de mysteries van ons leven, zoals wetenschap of religie. Hij geeft ze bijvoorbeeld het uiterlijk van een archeologische opgraving, met als verschil dat wat wordt opgegraven uit de toekomst lijkt te komen, in plaats van uit het verleden. Of hij laat je via een houten stellage afdalen in een sluis, met een metershoge watermassa aan de andere kant, om een fysieke ervaring te koppelen aan het abstracte idee van dreigend water dat door klimaatverandering op ons af zou kunnen komen. De kleine offers die op de stellage geplaatst zijn, versterken het rituele karakter van het werk. Zo fungeren Thijs' installaties als plek om te reflecteren en toekomstscenario's te verbeelden.